Jim Carrey’s leven nam een dramatische wending toen hij 12 jaar oud was, nadat zijn vader zijn baan verloor. Dit plotselinge verlies van stabiliteit dwong het gezin tot een nomadisch bestaan, waarbij ze van plek naar plek trokken op zoek naar onderdak.
Vóór deze omwenteling had Carrey’s vader een stabiele baan als accountant. Hij had zelfs zijn droom om een grootbandsaxofonist te worden opgegeven om voor zijn gezin te zorgen. Echter, het verlies van zijn baan bracht hen in moeilijke omstandigheden.
Ondanks de uitdagingen keek Carrey later met enige genegenheid terug op deze periode. Als tiener werkte hij als schoonmaker om zijn familie te ondersteunen. Later voegden hij en zijn broers zich bij hun vader in een bandenfabriek, waar ze lange uren maakten als beveiligers.
In een moeilijke buurt moest Carrey leren zichzelf te verdedigen. Het zware werkschema beïnvloedde zijn schoolprestaties, wat ertoe leidde dat hij op 16-jarige leeftijd stopte met school. Hoewel zijn vader teleurgesteld was, steunde hij zijn besluit.
Carrey vond troost in de komedie. Hij begon op te treden tijdens open mic-avonden, waarbij hij humor gebruikte om met zijn moeilijke situatie om te gaan. Zijn komische talent bracht hem uiteindelijk naar Hollywood, waar hij alle verwachtingen overtrof met zijn unieke optredens.
Rollen zoals in “Ace Ventura” en “Dumb and Dumber” katapulteerden hem naar roem, waardoor hij een van de best betaalde acteurs in Hollywood werd. Toch koos hij later voor een meer introspectieve levensstijl en nam hij een pauze van het acteren. De Showtime-serie “Kidding” markeerde zijn terugkeer naar de acteerwereld. De show raakte aan thema’s die nauw verbonden waren met Carrey’s persoonlijke ervaringen, zoals publieke verwachtingen en authenticiteit.