Oma verkocht eieren op de markt toen een lokale hooligan al haar waar vernielde. Maar wat er gebeurde nadat een jonge man in pak ingreep, verbaasde iedereen.

Op de stadmarkt ging het leven zijn gewone gang. Tussen de kraampjes met kruiden, aardappelen en geurend brood stond oma Maria. Elke dag bracht ze zorgvuldig in emmers gerangschikte verse eieren — wit, bruin, nog warm van haar handen. Haar stem klonk opgewekt, hoewel haar krachten met de leeftijd afnamen:

“Verse, dorpse eitjes! Van mijn eigen kipjes, lieve mensen!”

De kopers kenden en hielden van haar. Een jonge vrouw liep langs, pakte een tiental eieren, glimlachte en zei:
“God zegene u, oma!”

Maria knikte dankbaar en maakte een kruisteken — de dag begon goed.

Maar de rust duurde niet lang. Vanuit de hoek verscheen degene die iedereen op de markt probeerde te vermijden — de lokale luiaard genaamd Grishka. Luid, brutaal, altijd op zoek naar een gelegenheid om zijn kracht te tonen.

“Nou, oude dame, geef je ze voor mijn prijs?” grijnsde hij terwijl hij dichtbij kwam.

“Lieve jongen, goedkoper kan ik ze niet geven… Ik heb alleen brood en medicijnen nodig…” probeerde de oma zacht te antwoorden.

Maar de jongen barstte in lachen uit:
“Of je geeft ze gratis, of ik neem ze zelf!”

Oma verbleekte en drukte de emmer tegen haar borst.
“Doe het niet… Mijn man is ziek en wacht thuis,” fluisterde ze.

Maar Grishka luisterde niet. Plotseling greep hij de emmer en smeet hem met kracht tegen de muur. De eieren spatten uiteen, dunne gele stralen liepen over de stenen.
“Heer, waarom overkomt mij dit…” riep Maria uit, haar gezicht in haar handen verbergend.

De menigte viel stil. Niemand durfde in te grijpen. Op dat moment stapte een man in een strak pak achter de verkopers vandaan — lang, zelfverzekerd, duidelijk geen lokale.

Hij liep rustig naar de kraam en zei met lage stem:
“Zet de emmer terug.”

De hooligan snauwde:
“Wie denk je wel dat je bent? Een held? Dat gaat je niks aan!”

De man stapte dichterbij, keek hem recht in de ogen, haalde een leren portemonnee uit zijn binnenzak, telde een paar grote biljetten en legde ze in de trillende hand van de oma.

“Ik koop alles. Zowel wat over is als wat gebroken is. Vandaag is uw geluksdag, Maria.”

De vrouw stond verstijfd, niet gelovend. Haar stem brak:
“God zegene u…”

De man wendde zich tot Grishka:
“En nu luister goed. Als je het leuk vindt zwakken te vernederen, zorg ik dat iedereen dit weet.”

Hij gebaarde en een bewaker — een lange man in uniform — kwam naar hem toe. Voor tientallen getuigen legde de man rustig uit wat er gebeurd was. Mensen begonnen verontwaardigd te reageren, iemand riep:
“Schande over hem! Schande!”

De bewaker leidde Grishka onder het gefluit van de menigte weg. Sindsdien is hij nooit meer op de markt gezien.

Oma keek nog lang na haar beschermer en fluisterde:
“Blijkbaar laat God ons niet in de steek zolang er goede mensen op aarde zijn.”

Like this post? Please share to your friends: