Men zegt dat katten in staat zijn dingen aan te voelen die voor mensen onzichtbaar blijven. Pijn, angst, naderend gevaar. De verpleegkundigen op de afdeling waren allang niet meer verbaasd – de pluizige gast, een grijs-witte kat met amberkleurige ogen, kwam elke dag naar haar baasje.
De oudere man lag hier al meer dan een maand. Zijn familie leek hem vergeten te zijn; er kwamen geen brieven. Alleen de kat – zijn enige troost – zat geduldig bij zijn bed, alsof ze de wachter van zijn hart was.
Ze legde zich precies op de plek waar het meest pijn deed – op zijn buik, waar de man oude wonden en chronische ontstekingen had. Het leek alsof zij de pijn beter voelde dan welk medisch apparaat dan ook.
De artsen gaven haar af en toe wat te eten en noemden haar plagerig “verpleegster Muisje”. Zelfs de meest norse patiënten glimlachten wanneer ze zagen hoe zij spinnend naast haar baasje lag en zijn hand omwikkelde met haar staart.
Maar op een dag kwam er een moment dat alles veranderde. De man werd voorbereid op een complexe operatie. Hij wist dat zijn leven op het spel stond. Voordat hij naar de operatiekamer werd gebracht, vroeg hij maar één ding:
— Laat me afscheid nemen van mijn kat.
Men stemde toe. Muisje sprong zoals gewoonlijk op het bed, drukte zich tegen zijn buik aan, maar plotseling… verstijfde ze. Haar vacht stond overeind. Ze boog haar rug, siste en begon met haar klauwen naar de handen van haar baasje te krabben, alsof ze hem probeerde weg te duwen van iets onzichtbaars.
De artsen raakten in paniek – de kat had zich nog nooit zo gedragen. Maar een van de verpleegsters, Marina, merkte iets op: de hand waarop het dier keek, begon blauw te kleuren.
— Arts! Snel! — riep ze.
Binnen enkele seconden stonden de anesthesist en de chirurg al bij het bed. Onderzoek toonde aan dat er zich plotseling een trombus had gevormd bij de man, die elk moment los kon raken. Als de operatie was begonnen, zou hij de narcose niet hebben overleefd.
Dankzij de kat werd de procedure uitgesteld en werd de trombus onmiddellijk verwijderd. Pas daarna werd de man volgens plan geopereerd.
Een paar dagen later, alweer bij bewustzijn, streelde hij zijn redster die bij het voeteneinde van het bed zat.
— Jij wist het, hè? — fluisterde hij. — Je voelde dat ik pijn had…
Sindsdien werd ze in het ziekenhuis niets anders genoemd dan “de kat die de dood voelt”. Maar voor de man zelf was ze gewoon een vriend, die op een dag zijn leven redde – stil, zonder woorden, op haar eigen manier.